Dagboek

Verduistering

( 1940 )

Verduisteringsoefening in geheel Zuid-Holland.

Eigenaardige gewaarwording zo in het donker te rijden. Er smakte een passagier in mijn wagen tegen de vloer. Een achter hem staande mijnheer had per ongeluk de wandelstok tussen zijn benen gestoken. Hij excuseerde zich, dat het zo afgrijselijk donker was.

Aan de volgende halte stapte een bekende Nederlander op mijn balkon. Ik richtte mijn blauwe lampje op hem en zei grinnikend: "Mijnheer, u moest u eens weten hoe vreemd u er uit ziet in dit lugubere licht."

"Conducteur", zei hij mopperend, "mijn voorkomen en en mijn gevoelens zijn gelijk. Ik heb waarachtig vier keer bijna mijn nek gebroken over trottoirs eer ik hier aan de halte was."

Ik betuigde mijn deelneming en zei dat het gelukkig nog maar een oefening was - wat mijnheer volkomen beaamde.

Plotseling, terwijl wij door de intense duisternis voortsukkelden, een hevige knal onder de wagen.

In een bliksemflits vloog het verleden langs mijn geestesoog, om te ontdekken of ik zulke grote zonden had bedreven dat een bomaanslag op mijn leven gemotiveerd was. Eigenaardig genoeg bleek later dat mijn passagier dezelfde korte marteling had ondergaan.

Uit deze gedachtenassociatie werden wij ruw opgeschrikt door krachtig remmen van de bestuurder. Hij stelde een onderzoek in en even later raapte hij een platgereden gramofoonnaalden-doosje op, waarin iets had gezeten wat die geweldige knal had veroorzaakt.

Hierop wendde mijn bestuurder zich met een aantal kernachtige uitdrukkingen tot een stel opgeschoten lummels die uit het donker opdoken en die kennelijk de duisternis hadden benut voor 'een geintje'.

Berispend zei ik luid tegen mijn bestuurder: "Vraag eerst welke opvoeding iemand heeft gehad, voordat men hem veroordeelt. We gaan verder, Jan."

Nog steeds over al mijn leden bibberend gaf ik het vertreksein. Een oefening... brrr.

Logo Gele Tram