Dagboek

Te laat..

( 1940 )

Een jonge dame stapte gisteravond op mijn wagen.

"Conducteur", vroeg ze met een poeslief lachje, "hoe laat zijn we op 't Spui?"

Na even mijn horloge geraadpleegd te hebben, gaf ik als tijd van aankomst vijf minuten voor half negen op.

"Ohhh", zei ze met een stralende glimlach, "wat zal-ie woest zijn."

"Zo", zei ik, "waait de wind uit die hoek. Laat je die arme jongen weer in de kou staan ?"

"Ja", zei ze gnuivend, "ik zou er om acht uur zijn, maar ja, ik werd 'even' opgehouden. Maar ik zal wel zeggen dat de tram pech had..."

"Waarom?", vroeg ik naïef, maar ze hoorde mij niet meer; ze zat al in de wagen.

Hedenmorgen. Een paar schooljongens kwamen aanhollen, slordig gekleed, haar niet gekamd, schoenveters los. "Lieverdjes", zei ik vermanend, "jullie komen te laat op school, hè"

"Nou, wat geeft dat", wilde één van hen weten, "dat gebeurt wel meer hoor. We zeggen gewoon dat de tram kapot was. Gaan ze toch niet uitzoeken..."

Een heertje, die iedere morgen moet rennen om op het nippertje de tram nog te kunnen halen, stond deze ochtend tot mijn verbazing reeds aan de halte te wachten, maar... bleek nu te laat te zijn.

"Ach", zei hij, "als ik op kantoor vertel dat de tram defect was, wordt dat wel geslikt."

Een soldaat, op reis naar zijn garnizoen, terug van twee dagen verlof. "Ja, conducteur, nou ben ik misschien de pisang. Ik had eerste reisgelegenheid moeten nemen maar... ik heb me verslapen. Afijn, ik zal maar vertellen dat de tram een aanrijding had, met een half uur vertraging als gevolg. Als ze de HTM bellen ben ik het neusje, maar dat zullen ze wel niet doen."

Ziedaar.. zo wordt er steeds, ten onrechte, bij veel mensen systematisch een geest van antipathie gekweekt tegen de tram, als zijnde de oorzaak van veel ongerief.

Nu geloof ik niet dat dit zaken zijn waar men zich vreselijke het hoofd over moet breken, maar toch...

Logo Gele Tram