Dagboek

Roeping

( 1948 )

Toen ik mij vanmiddag naar mijn dienst begaf passeerde ik een voddenkoopman, die luidkeels "Vodde... vodde... vodde..." riep.

Achter hem liep een straatschooiertje van een jaar of zeven, hem precies imiterend: "Vodde... vodde... vodde..."

Verschillende huisvrouwen die het tafereeltje gadesloegen hadden de grootste pret en de moeder van het joch riep de voddenkoopman na: "Of-ie jou hoort of me zoon, 't is één toet mem."

"Roeping, juffrouw, roeping. Het zal een moord-voddenbaas worden", repliceerde de voddenman. Gillend gelach en bewijzen van instemming.

Toen ik enkele ritten had gemaakt, kreeg ik een ietwat sentimentele, deftige dame met haar zoontje in de wagen.

"Conducteur, een boekie, een boekie", zeurde het ventje en wees op mijn coupon-boek.

"Och conducteur", lijsde mevrouw, "mijn zoontje is gewoon gek op alles wat op conducteuren betrekking heeft. Geef hem als u belieft een leeg kaartjesboekje."

Sommige mensen beweren - en kranten schrijven het - dat er onder conducteurs zoveel komieken schuilen. En wij moeten toch allemaal ons best doen om zo'n reputatie te handhaven, nietwaar?

Ik trachtte daarom dezelfde droge snuit te trekken als die voddenman en zei, op humoristische toon: "Roeping, mevrouw, roeping. Het zal een moord-conducteur worden. Of je zijn stem hoort, of de mijne, 't is één toet mem..."

Nee... ik kan niet zeggen dat ik hetzelfde succes had als die voddenvent. Nee... ik doe voortaan maar gewoon..."

"Dan doe je heus gek genoeg", zou wijlen mijn vader zeggen.

Logo Gele Tram