Dagboek

Gemiste trein

( 1939 )

Een vroege rit die aansluiting geeft op een trein aan de Staatsspoor.

In mijn wagen zaten negen passagiers, onder wie een deftige meneer die er uitzag als iemand die lijdt aan verhoogde bloeddruk..., die eigenaardige rood-paarse kleur in het gelaat, en die bovendien zeer dik was.

Een andere passagier, een juffrouw van een jaar of dertig, had in deze rit de onhebbelijkheid om plotseling flauw te vallen. De verschijnselen waren zo dat we onmiddellijk de Eerste-Hulpdienst opbelden.

Het verlies aan tijd door een kort onderzoek van de dokter en het overdragen van het arme mens in de ziekenauto, was voldoende om de aansluiting op de trein te missen.

De rood-paarse meneer was de enige die het ons hoogst kwalijk scheen te nemen, dat wij onze zorgen aan die zieke vrouw hadden gewijd. Althans, hij foeterde hevig over het missen van zijn trein, enz.

"Maar meneer", vermaande ik, "U zal toch niet van ons verwacht hebben dat we dat arme mens ergens op een trottoir deponeerden en rustig door zouden rijden?"

Maar helaas, meneer was op dat moment niet voor rede vatbaar.

Toen hij aanstalten maakte om de wagen te verlaten zei ik, uitermate beleefd: "Als u er last mee kan krijgen, wil ik graag een door mij ondertekend verklarinkje meegeven dat de tram de oorzaak is van uw te laat komen..."

Hhu... ik sidderde van de uitwerking van mijn goedgemeende woorden: een aardbeving gelijk.

"Jij dubbelovergehaalde kaffer", stamelde de rood-paarse meneer, terwijl hij met een woeste blik in mijn richting de wagen verliet.

Het schijnt dat ik, evenals de kinderen, wel gezien, maar niet gehoord mag worden...

Logo Gele Tram